Nederlanders hebben vaak een negatieve houding ten opzichte van innovatie. Er wordt vooral gekeken naar de dingen die mis kunnen gaan en minder naar de kansen die een nieuwe innovatie biedt. We durven alleen stappen te zetten als iets honderd procent veilig gebleken is. Enige voorzichtigheid is goed, maar deze houding is gevaarlijk, want daardoor lopen we als economie en maatschappij het risico om stil te blijven staan of zelfs achteruit te gaan.
Zoals Kevin Kelly het mooi verwoordt in zijn boek What technology wants: als nieuwe ontwikkelingen maar meer positieve dan negatieve effecten hebben, boeken we vooruitgang. Dat heb je al bij 51 procent, stelt hij. Dat is interessant, want dat betekent dat zélfs innovaties, waarvan de effecten voor 49 procent negatief zijn ons vooruit helpen. We kennen allemaal de voorbeelden van medicijnen die jaren later erg schadelijk bleken te zijn. Toch is de gemiddelde levensverwachting nog nooit zo hoog geweest. Dat komt omdat er tegelijkertijd meer nieuwe medicijnen op de markt kwamen die ons wél vooruit hebben geholpen. Dat was niet gebeurd als we alle innovaties hadden tegengehouden om de risico’s honderd procent uit te sluiten.
Opkomende economieën als Brazilië, India en Turkije adopteren innovaties sneller. Dat merken we goed bij Ecofont; in die landen gaan mensen veel sneller over op onze software. Organisaties in rijke westerse landen willen vaak de status quo behouden en zijn bang om hun positie te verliezen. Maar juist door die houding verliezen ze terrein.
Systeembeheerders krijgen de opdracht om alle risico’s naar nul te brengen. Er wordt daardoor niet snel nieuwe software geprobeerd, zelfs niet als die bedoeld is om mensen productiever te maken of een grote besparing op te leveren. Dat is een kortzichtige blik: het systeem mag niet een paar uur of een dag plat liggen want dat levert schade op. Maar wat is het risico van een dag lang een system down als je daarna elke maand een dag winst hebt omdat je mensen beter kunnen werken? Als je dat uitrekent, is de keuze snel gemaakt. Maar op de één of andere manier speelt emotie daarbij een rol en voelen we negatieve effecten meer dan de positieve.
Misschien is het grootste risico wel dat we geen enkel risico meer durven lopen. In mijn ogen is dat schijnveiligheid want daardoor lopen we enorme kansen mis die ons vooruit helpen. Kortom, laten we meer vertrouwen hebben in onze eigen vindingrijkheid en kiezen voor vooruitgang. Zelfs als dat betekent dat er af en toe eens iets mis gaat.
Sprout Magazine, Alexander Kraaij
Maarten Stockschen
Directeur De Kargadoor
Rick van den Bos
Hoofd marketing en innovatie BAM Woningbouw
Erwin Visser
Directeur Immens advies
Bas van Breukelen
Assistant Professor Universiteit Utrecht
Kirke Mulders
Project leader, Gemeente Utrecht
Werner Most
Directeur Netherlands Proteomics Centre
Martje Ebberink
Communicatieadviseur Universiteit Utrecht
Jaap van Balen
Bestuurslid KVNM
Marie-Louise van Rossum
Marketing Manager
Annebeth Felet
Marketing, communicatie en Publiciteit bij Amersfoort in C
Petra Havinga
Wetenschappelijk medewerker Trimbos-instituut
Nelleke Lafeber
Beleidsadviseur MBO Raad
Nicole van der Meulen - Diebels
Marketing & Sales bij Arts en Zorg
Majne van de Merwe
Directrice Rosenbaum Select
Irene Edzes
Architect Vollmer en Partners
Danielle van Eden
Directeur Whiplash Stichting Nederland
Halvard Jan Hettema, Annet Feijen
Adviseurs Servicepunt examinering mbo
Sanna de Boer
Communicatieadviseur School en Veiligheid
Ciska Proos
Productmanager B.Braun Medical B.V.
Bas Litjens
Beleidsadviseur MBO Raad
Eugène Litamahuputty
Campagnecoördinator CNV Internationaal
Bas van Breukelen
Assistant Professor Universiteit Utrecht